De Tuinderij

Op 1 ha worden op biologische wijze groenten, kruiden en kleinfruit geteeld voor de directe afzet in de vorm van oogstaandelen en groentepakketten. De meeste gewassen worden buiten geteeld, maar er zijn ook twee tunnelkassen. Naast groente worden er ook bloemen verbouwd . Op de tuinderij wordt aan de hand van de principes van de biologische tuinbouw gewerkt. Hierbij worden de seizoenen gevolgd en worden de natuurlijke, lokale omstandigheden gerespecteerd. Met andere woorden: er wordt mét de natuur samengewerkt, in plaats van tegen.

Inmiddels is de tuinderij uitgebreid met 1 ha boomgaard. Deze perenboomgaard wordt in de loop van een aantal jaren omgevormd tot een gevarieerde fruit, groente en bloemengaard.

 

Als klant deel je in de oogst van dat jaar. Het is mogelijk om als oogstgenoot op twee verschillende manieren groenten af te nemen: via zelfoogst of een groentepakket. Bij het zelfoogsten kom je naar de tuinderij om zelf je bonen te plukken of wortels uit te grond te halen. Als je kiest voor een groentepakket oogsten de tuinders voor jou en hoef je je groente alleen maar op te halen bij een afhaalpunt.

 

De tuinderij is een echte gemeenschapstuin. Er vinden allerlei activiteiten plaats om het contact tussen oogstgenoten te bevorderen. De randvoorwaarden van De Wijkse Moestuin zijn gebaseerd op de basisprincipes van de gemeenschapslandbouw. Trefwoorden zijn: milieuvriendelijk, sociaal en solidair.

 


DE TUINDERS

Bea van Sprakelaar (1963) is sinds 2018 tuinder op De Wijkse Moestuin. In 2015 heeft Bea haar baan als Biologie docent opgezegd en besloten om de opleiding Biologisch Dynamische Landbouw en Zorglandbouw aan de Warmonderhof in Dronten te gaan volgen. Zij is sinds 2016 tuinder.

 

Sinds augustus 2023 werken Emily en Björn van Loon mee in de tuin als leerling tuinders. Ook zij hebben al een carrière als onderzoeker en docent achter de rug en willen hun leven een andere wending geven.


'Het is heerlijk om elke dag buiten te zijn!'

Gemeenschapslandbouw

 

Voedsel is een van de basisbehoeften van een mens. Dit voedsel komt er niet zo maar; het moet verbouwd worden. In onze westerse samenleving zijn we eraan gewend geraakt dat het hele jaar door alle soorten groente verkrijgbaar zijn in de supermarkten en bij de groentewinkels. Wie die groente heeft geteeld en onder welke omstandigheden (denk aan bespuiting met gif, maar ook slavernij en uitbuiting) is vaak niet bekend. Producent en consument staan ver van elkaar.

 

 

Gemeenschapslandbouw of Community  Supported Agriculture  (CSA) is een goed alternatief voor de huidige grootschalige voedselindustrie. Er is bij deze vorm van landbouw sprake van nauwe samenwerking tussen producent en consument. Ze delen beide de verantwoordelijkheid. Consumenten betalen een bijdrage om de productie van voedsel mede mogelijk te maken. Hiervoor krijgen ze producten terug. Er zijn veel vormen van CSA en een ervan is een zelfoogsttuin met oogstaandelen, zoals De Wijkse Moestuin.

Kijk hier voor meer informatie over het ontstaan en de essentie van gemeenschapslandbouw.

 


BIOLOGISCHE TUINBOUW

 

In de tuin wordt aan de hand van de principes van de Biologische Tuinbouw gewerkt. De basis gedachte van de Biologische Tuinbouw is dat je het bodemleven op een duurzame manier verzorgt zodat de natuurlijke balans niet wordt verstoord. De bodem wordt met compost gevoed; deze compost versterkt het bodemleven. Het bodemleven bestaat uit diertjes, schimmels en bacteriën die de compost omzetten in bruikbare voedingstoffen voor de gewassen. Kunstmest en bestrijdingsmiddelen worden hierdoor overbodig. Bij deze vorm van tuinbouw volg je de seizoenen en respecteer je de natuurlijke lokale omstandigheden. Een gezonde tuin zorgt voor gezonde, seizoensgebonden groenten en fruit.

 


vruchtwisseling

Naast het voeden en verzorgen van de bodem is vruchtwisseling ook een basisprincipe van de biologische teelt. Vruchtwisseling wil zeggen dat gewassen ieder jaar op een andere plek staan. Dit zorgt ervoor dat de bodem niet eenzijdig uitgeput raakt en dat ziektekiemen geen kans krijgen zich te settelen in de bodem.

Om deze vruchtwisseling te realiseren wordt een teeltplan gebruikt en een rotatieschema. In het teeltplan wordt aangegeven welke groente er geteeld gaan worden, wanneer en hoeveel er gezaaid en geplant wordt. Het rotatieschema geeft aan op welke plaats in de tuin de groenten komen te staan. 


Er zijn verschillende manieren om te roteren. Je kunt kiezen voor indeling op plantenfamilies, of op voedings-behoefte of op ziektedruk. In de Wijkse Moestuin heb ik de gewassen ingedeeld naar het deel van de plant dat je eet (blad, vrucht, knol,) met daarbij 3 speciale groepen: de aardappelen, de peulvruchten en de kolen. In totaal zijn er dus 6 groepen.

 

De Wijkse Moestuin is ca. 1 hectare groot en ingedeeld in 14 vakken. Voor elk van de 6 groepen van de rotatie zijn 2 vakken beschikbaar. Elk van de groepen komt pas na 6 jaar terug op dezelfde plaats.

Doordat ik gebruik maak van dit systeem kan ik niet zomaar de hoeveelheden van de te telen groenten aanpassen. Het is wel mogelijk binnen zo'n groep van groente te wisselen, dus verzoeken van oogstgenoten om een specifiek soort kunnen – mits tijdig gedaan - soms gehonoreerd worden.

 De 2 vakken die nog over zijn gebruik ik voor bloemen en voor vaste gewassen, zoals aardbeien, rabarber en asperges.

 

wisseling van de gewassen
wisseling van de gewassen